dinsdag 16 november 2010

De 9 chakra's van de Munay Ki (deel 9) - Wiracocha


DE ACHTSTE CHAKRA

Element: ziel
Kleur: goud
Lichamelijke aspecten: schepper van het lichaam
Instinct: transcendentie
Psychische aspecten: geen
Klier: geen
Kiemen: tijdloosheid
Negatieve uitingen: basisvormen van ziekten, kosmische verschrikking


De Munay Ki benoemd de achtste chakra de wiracocha, of 'bron van het heilige'. Deze chakra bevindt zich enkele centimeters boven het hoofd en schijnt wanneer hij wordt opgewekt als een stralende zon binnen het lichtend energieveld. Wanneer iemand zijn gewaarzijn verplaatst naar de achtste chakra, krijgt hij toegang tot voorouderlijke herinneringen. Hij herinnert zich dingen die hij niet rechtstreeks heeft ervaren. Hij kan zich bijvoorbeeld spontaan herinneren clat hij ergens op een prairie bij een vuur zit, met de buffels achter zich, of dat hij in stenen tempels boven de sneeuwgrens zit te bidden. De leringen van alle sjamanen die eerder leefden, staan hem ter beschikking. Hun stemmen worden zijn stem, en deze oude leraren leven in hem. Dit centrum is gekoppeld aan het archetypisch domein, de oorspronkelijke beelden en herinneringen die tot het collectieve bewustzijn van de mens behoren.De informatievelden in de achtste chakra functioneren als de mal voor het vormen van het fysieke lichaam. Deze chakra is als een meubelmaker die een stoel (het fysieke lichaam) maakt en deze later in zijn open haard verbrandt. De meubelmaker voelt geen verlies omdat hij weet dat hij een nieuwe stoel uit nieuw hout kan maken. De achtste chakra wordt niet aangetast door de dood van het lichaam. Als er een spoor van ziekte in deze chakra bestaat, is dat net zoiets als een foutje in het ontwerp dat met elke nieuwe stoel herhaald wordt. In de achtste chakra ervaren we een diepe vereniging niet alleen met de hele schepping, wat in de zevende chakra gebeurt, maar met de Schepper. De Schepper is onnoembaar en kan niet worden samengevat in een beeld dat door onze zintuigen kan worden bevat. Deze ontmoetingen zijn vaak cultureel bepaald. Een christen kan de vereniging met de Schepper ervaren als een versmelting met een engel, een heilige of met Christus. Een boeddhist kan haar ervaren als een vereniging met de Boeddha, en een Inca-sjamaan als een versmelting met onze eigen ster, de zon. We worden één met de Schepper en nemen de archetypische gedaanten van het goddelijke waar dat in dit gebied bestaat. Dit zijn de beelden van God die al meer dan honderdduizend jaar geleden door onze voorouders werden geëtst, gebeeldhouwd en geschilderd. De negatieve uitingsvorm van deze chakra is kosmische verschrikking, zoals deze wordt ervaren door hen die gevangen zitten tussen de werelden van de geest en de materie. Levend noch dood zitten ze gevangen in een nachtmerrieachtig gebied waaruit ze niet kunnen ontwaken. Op spiritueel vlak is dit het vagevuur, wat de boeddhisten het bardo noemen. Onstoffelijke entiteiten die zich hechten aan mensen of plekken zitten gevangen in dit gebied. Mensen die een spontane maar onevenwichtige bewustwording van dit centrum ondergaan, kunnen eveneens vast komen te zitten in dit gebied. Velen van hen zitten in psychiatrische instellingen, anderen lijden' thuis in hun eentje. Weer anderen sluiten zich aan bij pseudo-mystieke sekten.

De eigenschap van de achtste chakra is onzichtbaarheid. In dit centrum worden we ons bewust van de Beschouwer (in het boeddhisme bekend als de Getuige) - een zelf dat aanwezig is vanaf het begin van onze spirituele reis. Bevrijd van de geest kan dit de geest beschouwen met al zijn drama's zonder ze te ondersteunen. De Beschouwer is er getuige van hoe ons leven zich ontvouwt en begrijpt dat alle verhalen die we gebruiken om onszelf te beschrijven niet meer dan verhalen zijn. Alles wat we denken te weten over onszelf is niet het ware zelf. De Beschouwer weet dat alles wat kan worden gezien of betast niet echt is. De Beschouwer hecht zich aan het mysterie en niet aan de verschijning. De Beschouwer neemt alles waar, maar kan zelf niet worden waargenomen, omdat hij niet in een waar te nemen object kan worden veranderd. De Beschouwer is onzichtbaar omdat hij niet kan worden gezien. We bereiken de onzichtbaarheid door de 'ik'-projecties uit te bannen, en door de toepassing van stilte. Uiteindelijk gaat de Beschouwer zijn eigen bron onthullen, die de hogere geest is, ofwel de negende chakra.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten