donderdag 4 november 2010

De 9 chakra's van de Munay Ki (deel 1)


Volgens de opvattingen van de Hopi-indianen 'is de mens volmaakt geschapen naar het beeld van zijn schepper'. In The Book of the Hopi vermeldt Frank Waters de overtuiging dat 'het levende lichaam van de mens en het levende lichaam van de aarde op dezelfde manier waren samengesteld. Door beiden liep een spil, waarbij de spil van de mens de ruggengraat is, die het evenwicht van zijn bewegingen en zijn functies beheerst. Langs deze spil bevonden zich een aantal trillingscentra die het oergeluid van het leven door het universum weerkaatsten. Verwijzingen naar de chakra's worden gevonden bij de Hopi's, de Inca's en de Maya's, evenals bij vele andere inheemse culturen over de hele wereld. De beschrijvingen van de chakra's waarmee we het meest vertrouwd zijn, komen van yoga. De yogascholen leren dat de chakra's het speelterrein zijn van de menselijke verlangens. Elk energiecentrum symboliseert de genoegens en de pijnen die ons aan karma gebonden houden. Zo wijst de eerste chakra op onze gehechtheid aan de materiële wereld, en vertegenwoordigt de tweede seksuele genietingen. Yoga is een pad van deugd en zuiverheid. Bij yoga moet men de verlokkingen van de zinnen overwinnen om het transcendente te vinden. Yoga is Sanskriet voor 'samengaan', in de zin van 'verenigen wat gescheiden is'. Lichaam en ziel worden herenigd; het wereldse en het goddelijke worden één. De sjamanen in Amerika leven daarentegen in een wereld waarin de schepper niet losstaat van de schepping, de hemel niet gescheiden is van de aarde en waarin geest en materie elkaar voeden. De sjamaan gelooft niet in een scheiding tussen lichaam en geest, of tussen de zichtbare wereld van vormen en de onzichtbare wereld van energie. Er valt niets te transcenderen en er hoeft niets verenigd te worden. Hij scheidt zich niet van zijn verlangens of van zijn verlichting. waar sommige yogascholen zeggen dat je niet je lichaam bent, zegt de sjamaan dat je juist wel je lichaam bent, en nog veel meer. Hij weet dat de zichtbare en de onzichtbare wereld in elkaar overvloeien. De reden dat wij de oosterse opvatting van de chakra's zo gemakkelijk hebben aanvaard, is dat deze past in onze mythe van de verbanning uit het paradijs. Wij zijn eraan gewend te denken dat we van de natuur gescheiden zijn. De ziel mag dan wel in het lichaam huizen, maar hij is er volledig van gescheiden. Westerse filosofen noemen dit de scheiding tussen lichaam en geest. Veel hindoescholen, waaronder tantra en advaita, gaan ervan uit dat er geen scheiding is tussen lichaam en geest, en dat we immanent verbonden zijn met de natuur. Deze twee grote theologische opvattingen bestaan al duizenden jaren naast elkaar, en niet altijd vreedzaam. De eerste stelt dat materie en geest gescheiden zijn. De geest mag dan wel de materie hebben geschapen, maar hij verblijft er niet in. Deze denkrichting ontwikkelde de religies van de hemelse godheid: geloofsovertuigingen waarin er een hemelse schepper is, die mannelijk is en losstaat van de schepping bijvoorbeeld Zeus of Jahweh. De tweede opvatting stelt dat alle materie een manifestatie van de geest is en bezield wordt door de geest. Deze denkrichting steunt de religies van de vrouwelijke, aardse godheid; deze hebben een vrouwelijke schepper, wier aanwezigheid in heel haar schepping doordringt (bijvoorbeeld Hera, Inanna of Pachamama). Sjamanen stammen uit de tweede denkrichting. De meest volleerde meesters overstijgen de beperkingen van hun eigen geloof en beseffen dat beide richingen deel uitmaken van een groter geheel.

De chakra's vertegenwoordigen elementaire menselijke eigenschappen. In plaats van onze instinctieve verlangens en hartstochten te onderdrukken scherpt de sjamaan ze aan tot fijn afgestemde instrumenten. Volgens mij is angst het zaad van het mededogen. Genees de angst en het mededogen ontbloeit. Het instinctieve zelf moet niet de vijand worden. Woede, hebzucht en begeerte zijn verborgen hulpbronnen die kunnen worden getransformeerd tot liefde, helderheid, wijsheid en moed. Alles in de natuur is heilig, en elke chakra bevat het zaad van onze verlichting en van wie we worden. Waar we ook zijn geboren, we hebben allemaal een skelet met een exact aantal beenderen. Op dezelfde wijze hebben we allen de verlichte anatomie gemeen, die de chakra's en de acupunctuurmeridianen omvat. De chakra's zijn rondwentelende schijven energie. Het woord chakra betekent 'wiel' in het Sanskriet. Ze draaien op zo'n zeven tot tien centimeter vanaf het lichaam rond en zijn verbonden met onze ruggengraat en ons centrale zenuwstelsel. De chakra's vormen een direct toevoerkanaal naar het neurale netwerk van de mens. Ze draaien in de richting van de wijzers van de klok, dezelfde richting waarin de spiraalnevels van de melkweg draaien.
Elke chakra heeft een unieke frequentie die we waarnemen als een van de zeven kleuren van de regenboog. De chakra's van een pasgeboren kind tonen hun zuivere kleur, van rood in de eerste chakra tot paars in de zevende. Als we ouder worden, worden de kleuren in de chakra's dof. De trauma's en verliezen in ons leven laten hun giftige resten achter. Het slib dat aan een chakra kleeft, maakt dat deze niet meer in zijn zuivere frequentie kan trillen, waardoor de fysieke veroudering wordt versneld. Wanneer een sjamaan zijn genezingsproces voltooit, worden zijn chakra's schoon. Ze wentelen onbelemmerd en trillen weer met hun oorspronkelijke zuiverheid. De sjamanen uit het Amazonegebied geloven dat je, wanneer je al je chakra's reinigt, een 'regenbooglichaam' krijgt. Elk centrum trilt met zijn natuurlijke frequentie en je straalt de zeven kleuren van de regenboog uit. Volgens de overlevering kun je, wanneer je het regenbooglichaam krijgt, de reis voorbij de dood naar de spirituele wereld maken. Je kunt anderen bijstaan bij hun genezing, en je kunt bewust sterven omdat je de weg terug al kent.

De sjamanen van de wildernis zien de dood als een groot roofdier dat iedereen achtervolgt. Ze zeggen dat veel ziekten worden veroorzaakt door de dood die aan ons knaagt. Deze medicijnmensen geloven dat de dood (of levenloosheid, zoals ik het liever noem) ons stukje bij beetje opeist, tot we op een dag beseffen dat we meer dood dan levend zijn. Ik heb dat bij veel mensen zien gebeuren, en ik denk dat deze kwaal in de huidige westerse wereld welig tiert. Wanneer je chakra's schoon zijn, word je niet langer achtervolgd door de dood. Je wordt opgeëist door het leven, en daardoor kun je niet meer worden opgeëist door de dood. De vlag van het Inca-volk is de regenboog, die een heel bijzondere plek in hun mythologie inneemt. Je ziet hem ook nu nog op de huizen van Cusco wapperen.

Terwijl de beoefenaars van yoga zeven chakra's kennen, leert de Munay ki ons dat we negen chakra's hebben. Zeven ervan bevinden zich binnen het fysieke lichaam en twee erbuiten. Hij noemde de achtste chakra de wiracocha, hetgeen de naam is van de Schepper of de Grote Geest (het woord betekent 'heilige bron'). De achtste chakra bevindt zich binnen het lichtend energieveld. Hij zweeft boven het hoofd als een rondwentelende zon. Hij vormt onze band met de Grote Geest, de plaats waar God in ons huist. De civilizados (zowel de blanken als de Indio's) die hebben blootgestaan aan westerse opvattingen) hebben een doffe, roetkleurige zon als achtste chakra. 'Dat komt doordat de civilizados uit het paradijs verstoten zijn', vertelde een van hun medicijnvrouwen me. Merkwaardigerwijs betekent het Spaanse woord Indio's 'één met God'.

Voor Indio's die de westerse mythologie niet aanhangen, straalt de achtste chakra als een gouden schijf. We zien deze chakra afgebeeld als het licht dat Christus omgeeft, en als het vuur dat met Pinksteren neerdaalde op de apostelen, toen ze het geschenk van de Heilige Geest ontvingen. Wanneer we sterven, spreidt de achtste chakra zich uit tot een lichtende bol die de andere chakra's opneemt in een vat van licht. Na een periode van verzoening en loutering stelt de achtste chakra een nieuw lichaam samen, zoals hij steeds weer gedurende vele levens heeft gedaan. Hij brengt ons bij onze biologische ouders en naar het béste leven (niet het gemakkelijkste!) om de ervaringen op te doen die we nodig hebben voor onze spirituele groei. De emotioneel geladen en traumatische herinneringen aan onze vorige incarnatie worden in ons volgende lichaam overgebracht als sporen in ons lichtend energieveld. De voedingsbron van de achtste chakra is de negende chakra, de hogere geest.
De negende chakra bevindt zich buiten het lichtend energieveld en strekt zich door de hele kosmos uit. Dit is het hart van het universum, één met de Grote Geest. Mijn mentor was ervan overtuigd dat de achtste chakra de plaats is waar God in ons huist, en de negende chakra het deel van ons dat in de Schepper huist. De achtste chakra komt overeen met het christelijke idee van de ziel, die persoonlijk en eindig is. De negende chakra komt overeen met de Heilige Geest, die onpersoonlijk en oneindig is. De ziel is altijd de voornaamste zorg van de religie geweest, die zich bezighoudt met de redding van. Omdat de ziel persoonlijk is, lijkt hij autonoom te zijn. We gaan er vanuit dat we één kunnen zijn met de geest of ervan losgekoppeld zijn. De negende chakra is één met de hele schepping, oneindig en eeuwig, in tegenstelling tot de eindige, persoonlijke ziel. Ik zal naar dit centrum verwijzen als de achtste chakra, omdat het woord ziel zoveel verschillende bijbetekenissen voor ons heeft. De achtste chakra manifesteert zich binnen de tijd. De Egyptenaren noemden hem de Ka.
De negende chakra is aanwezig in het tijdloze nu, een punt zonder tijd, vrij van de geschiedenis. Hij is immanent en transcendent, gaat nooit dood en is nooit geboren. Bij de Egyptenaren heette hij de Khu. De chakra's zetten levensenergieën uit de natuur om.

Al onze energie komt uit vijf bronnen:
1 planten en dieren
2 water
3 lucht
4 zonlicht
5 biomagnetische energie (bekend als chi in het Oosten en als causay bij de Inca's).

Deze voedingsstoffen lopen uiteen van de meest materiële voeding, zoals dieren en planten, tot en met de meest efemere van zuiver licht en energie. Wij nemen plantaardig en dierlijk voedsel en water op via het spijsverteringskanaal, zuurstof via de longen, zonlicht via de huid en causay via de chakra's. De lichtende energieën circuleren door de chakra's zoals water en voedsel; de fysieke energieën stromen door ons lichaam. Wanneer ons spijsverteringskanaal verstopt raakt, kunnen we de voedingsstoffen niet opnemen. Op overeenkomstige wijze kunnen we, wanneer onze chakra's geblokkeerd zijn, de causay, die opgeslagen ligt in het lichtend energieveld, niet opnemen. De chakra's spreiden lichtdraden uit die zich uitstrekken buiten het lichaam en ons verbinden met bomen, rivieren, bossen en andere mensen. Onze chakra's zijn maar voor korte tijd aan ons lichaam gekoppeld. Na de dood trekken ze zich terug van het fysieke lichaam om zich in de achtste chakra te verenigen, en gaat onze reis in de onzichtbare wereld
verder.

AARDECHAKRA'S
De vijf onderste chakra's, van de basis tot en met de keel, worden voornamelijk door de aarde gevoed. Stel je een boom voor waarvan de wortels diep in de grond grijpen. De voedingsstoffen die hij onttrekt aan de aarde worden via de stam naar de hoogste takken gevoerd. Het zonlicht dat hij opneemt via de bladeren wordt omgezet in energie, die op haar beurt weer helemaal naar de wortels wordt overgebracht. De vier bovenste chakra's worden voornamelijk gevoed door de energieën van de zon, onze ster. De religies met een god in de hemel benadrukken de ontwik !reling van de bovenste chakra's en verwaarlozen min of meer de onderste. De beschavingen met een hemelse god perfectioneerden de technologie, de rede en de logica. De op de aarde en de godin georiënteerde religies leggen de nadruk op de lagere chakra's ten nadele van de bovenste. Deze beschavingen handhaafden een agrarische cultuur met weinig belangstelling voor de vooruitgang in westerse stijl, en omwikkelden zich op het gebied van de astronomie, de filosofie en de bouwkunst (de Chinezen vonden het buskruit uit, maar gebruikten dat alleen voor vuurwerk; er waren Europeanen voor nodig om het voor oorlogen te gebruiken). Ik ben van mening dat we in onze tijd zowel de gaven van de aardechakra's als die van de luchtchakra’s moeten ontwikkelen. Net als de organen in het lichaam vervult elke chakra een unieke taak. De eerste en tweede chakra nemen emotionele energieën op en zetten deze om in voedingsstoffen. Ze kunnen de energieën van fysiek een emotionele trauma's opnemen en deze veranderen in bronnen vankracht en licht. Zoals het spijsverteringssysteem voedingsstoffen onttrekt aan voedsel en de onverteerbare resten teruggeeft aan de aarde, zo geven de onderste chakra's de zware energieën die ze niet in brandstof kunnen omzetten, terug aan de aarde. Wanneer de eerste chakra het contact met de aarde verliest, kunnen de onderste centra hun emotionele afval niet kwijt. Er is geen afvoerkanaal. Dit afval wordt tot giftig slib, dat aan de wanden van een chakra kleeft en de rondwenteling daarvan vertraagt. Wanneer zich slib vormt in onze tweede chakra (waar de vecht-of-vluchtreactie huist) zien we de wereld als vijandig en agressief.
De chakra's van de zonnevlecht, het hart en de keel (de derde, vierde en vijfde) worden gevoed door de fijnere energieën van liefde, mededogen en empathie. Ze zijn niet toegerust om enigerlei vorm van emoties op te nemen. (We raken in de problemen wanneer we proberen zware emotionele problemen en gevoelens op te nemen met onze hartchakra - we krijgen emotionele hartkrampen). De luchtchakra's worden gevoed door de meest verfijnde spirituele energie.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten